Wat gebeurt er met de ontslagvergoeding bij overlijden van de werknemer?
Een werkgever en een werknemer kunnen afspraken maken over de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Meestal zal de arbeidsovereenkomst dan op termijn eindigen, omdat bijvoorbeeld met de opzegtermijn rekening wordt gehouden. In de overeenkomst zal ook de wijze waarop de arbeidsovereenkomst eindigt, worden vastgelegd. De arbeidsovereenkomst kan met wederzijds goedvinden eindigen of door de kantonrechter worden ontbonden. De arbeidsovereenkomst kan worden opgezegd nadat het UWV WERKbedrijf daarvoor toestemming heeft verleend. In de meeste gevallen heeft de werknemer recht op een ontslagvergoeding.
Wat gebeurt er als de werknemer overlijdt vóór de datum waarop de werknemer en de werkgever hebben afgesproken dat de arbeidsovereenkomst zou eindigen? Als de werknemer vóór de overeengekomen ontslagdatum komt te overlijden, dan eindigt daardoor de arbeidsovereenkomst, zie artikel 7:684 lid 1 BW, op de datum van overlijden. In hetzelfde artikel is ook geregeld dat de werkgever verplicht is om aan nagelaten betrekkingen van de werknemer bepaalde betalingen te doen. Ook kan in de CAO een regeling zijn opgenomen, welke betalingen de werkgever aan de nagelaten betrekkingen moet doen. In de wet is niets geregeld over het uitbetalen van de overeengekomen ontslagvergoeding. Zeker als het een ontslagvergoeding van enige omvang is, is het begrijpelijk dat erfgenamen de nodige moeite (willen) doen om de ontslagvergoeding te ontvangen.
Verschillende rechters hebben een oordeel gegeven in een situatie waarbij de werknemer eerder overleed dan de datum waarop was afgesproken dat de arbeidsovereenkomst zou eindigen.
Zo heeft de kantonrechter in Amsterdam in 2008 geoordeeld dat partijen weliswaar afspraken hadden gemaakt over de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, maar partijen hadden daarbij ook duidelijke afspraken gemaakt over de wijze waarop de arbeidsovereenkomst zou eindigen. Deze zou namelijk eindigen door het voeren van een zogeheten formele ontbindingsprocedure. Dat was voor de werknemer van belang, omdat deze dan waarschijnlijk aanspraak had op een ww-uitkering. De rechter had de arbeidsovereenkomst op het moment dat de werknemer overleed nog niet ontbonden. De werknemer overleed voordat de procedure bij de rechter was gevoerd. De kantonrechter in Amsterdam meende dat in dit geval de ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de rechter als een opschortende voorwaarde moest worden aangemerkt voor de opeisbaarheid en de verschuldigdheid van de overeengekomen ontslagvergoeding. Daar aan deze voorwaarde niet was voldaan omdat de arbeidsovereenkomst eerder was geëindigd door het overlijden van de werknemer, heeft de kantonrechter geoordeeld dat aan de erfgenamen de ontslagvergoeding niet toekwam.
De kantonrechter in Almelo heeft in 2010 een uitspraak gedaan in een zaak waar de werkgever en de werknemer een beëindigingsregeling waren overeengekomen. De werknemer zou vertrekken bij de werkgever en hij had recht op een ontslagvergoeding. De rechter heeft de arbeidsovereenkomst in een formele ontbindingsprocedure ontbonden. De werknemer overleed echter vóór de ontbindingsdatum. Ook nu maakten de erfgenamen aanspraak op de ontslagvergoeding. De kantonrechter meende dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst was uitgesproken onder de (stilzwijgende) voorwaarde dat de arbeidsovereenkomst nog zou bestaan op de ontbindingsdatum. De arbeidsovereenkomst was echter vóór die datum, namelijk door het overlijden van de werknemer geëindigd. De rechter oordeelde dat aan de erfgenamen niets anders toekwam dan hetgeen hierover in de wet, artikel 7:674 BW, en de geldende CAO was geregeld.
De kantonrechter in Utrecht heeft onlangs, in maart 2011, een uitspraak gedaan in een zaak waarbij de erfgenamen wel aanspraak hadden op de ontslagvergoeding die de werknemer en de werkgever waren overeengekomen. Wat was het geval? In verband met een voorgenomen beëindiging van de onderneming konden werknemers een beroep doen op een vrijwillige vertrekregeling. Deze regeling was opgenomen in het sociaal plan dat de werkgever met de vakorganisaties had afgesloten. De betreffende werknemer had de werkgever medegedeeld dat hij gebruik wilde maken van deze vertrekregeling in verband met zijn gezondheidstoestand. De arbeidsovereenkomst zou met wederzijds goedvinden eindigen op 28 februari 2009. De werknemer is op 28 februari 2009 omstreeks 21.00 uur overleden. De erfgenamen verzochten de werkgever om de ontslagvergoeding aan hen uit te betalen. De werkgever heeft dit om meerdere redenen echter geweigerd. De erfgenamen zijn door de kantonrechter in het gelijk gesteld. De kantonrechter vond het daarbij van belang dat de werknemer begin 2009 met de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst had ingestemd en daarmee zijn verplichting jegens de werkgever was nagekomen. Er was dus geen sprake van een opschortende of stilzwijgende voorwaarde zoals in de zaken die door de kantonrechter in Amsterdam of in Almelo dienden te worden beoordeeld. De werkgever was op zijn beurt gehouden zijn deel van de verbintenis na te komen, te weten betaling van de ontslagvergoeding. Dat de arbeidsovereenkomst uiteindelijk enkele uren vóór 1 maart 2009 van rechtswege was geëindigd op grond van de wet, deed naar het oordeel van de kantonrechter in deze situatie aan de betalingsverplichting van de werkgever niet af. De werkgever had het doel dat hij beoogde met de regeling in het sociaal plan, te weten de niet-gedwongen afvloeiing van personeel, immers gerealiseerd.
Op basis van de uitspraak van de kantonrechter in Utrecht is het niet zo dat de erfgenamen nu altijd recht hebben op de ontslagvergoeding die de overleden werknemer met zijn werkgever heeft afgesproken. Om discussies te voorkomen, is het raadzaam om in de beëindigingsovereenkomst een bepaling op te nemen over wat met de ontslaguitkering gebeurt als de werknemer vóór de datum waarop de werkgever en de werknemer afspreken dat de arbeidsovereenkomst eindigt, overlijdt. Dit voorkomt namelijk vervelende discussies en het voeren van een procedure in een periode dat het voor erfgenamen toch al niet makkelijk is.
|