De Flex-BV, eenvoudiger en flexibeler of niets nieuws onder de zon?

Lees artikel


ZZP’er en ontslagvergunning

Lees artikel


De Flex-BV, eenvoudiger en flexibeler of niets nieuws onder de zon?

Als ondernemer kunt u kiezen uit verschillende vormen voor uw onderneming. Als u een eenmanszaak heeft, bent u privé aansprakelijk voor de schulden van uw bedrijf. Met een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (of kortweg: BV) bent u in principe niet privé aansprakelijk. Alle schulden zijn dan schulden van de BV. Zoals altijd kon ook hier de wetgever het niet laten om de nodige regels vast te stellen waar een BV aan moest voldoen. Door de toename van het internationale verkeer en de open grenzen in Europa en het vrij verkeer van goederen en diensten dat daarbij hoort, verschenen er meer er meer buitenlandse ondernemingen in Nederland die gewoon actief bleven onder hun eigen rechtsvorm. Die buitenlandse rechtsvormen (veelal Engelse Limiteds) bleken veel flexibiler in hun regelgeving te zijn en eenvoudiger op te richten dan een Nederlandse BV. Gevolg was dat meer en meer Nederlandse ondernemers (bijvoorbeeld) een Engelse Limited kochten of oprichtten en daarmee op de Nederlandse markt actief waren. Dat vond de Nederlandse overheid geen goed idee en zo kon opeens wat diverse commissies al jaren hadden geroepen. Maak het Nederlandse BV recht simpeler, eenvoudiger en flexibeler.

Sinds 1 oktober 2012 hebben we dus de flex-BV. In feite is dat een misleidende term. Het is de oude BV, maar er zijn wat wijzigingen ingevoerd in de wettelijke bepalingen over de BV. Kortom, oude wijn in nieuwe zakken. Het bleek dat de minimale inbreng van 18.000 euro voor veel (startende) ondernemers een belemmering was. Daarnaast bleek dat ondernemers meer vrijheid wilden om de BV zelf vorm te geven. Om hier aan tegemoet te komen is de verplichting tot storting van 18.000 euro afgeschaft. Daarmee hoeft de notaris ook niet meer te controleren of aan die plicht is voldaan en is ook de bankverklaring waarmee de notaris kan zien dat het geld op een bankrekening ten name van de BV staat, vervallen. Hetzelfde geldt voor de accountantsverklaring, waarmee de notaris kan zien dat de waarde van de in te brengen goederen minimaal 18.000 euro is.

Tot zover het enthousiaste deel van het verhaal. Is er ook een keerzijde? Mogelijk. Ook de aansprakelijkheid van bestuurders is aangepast en op dit moment is nog niet duidelijk of deze groter of kleiner is geworden. Als u onder het nieuwe BV-recht bijvoorbeeld een dividenduitkering aan de aandeelhouders wil doen, zal het bestuur moeten toetsen of de BV ook na de uitkering in staat is om de opeisbare schulden te betalen. Deze regel is ingevoerd om de belangen van schuldeisers veilig te stellen. Kan de BV dat niet, dan mag het bestuur geen dividend uitkeren op straffe van persoonlijke aansprakelijkheid. Dat maakt dat voor de toets een goede kennis nodig is van de financiële situatie van de BV heel belangrijk. Op dit moment valt nog niet te voorspellen hoe streng rechters hiermee om zullen gaan.

Het bovenstaande zijn slechts twee voorbeelden van de wijzigingen. Betekent dit dat u de statuten van uw huidige BV ook moet aanpassen. Nee, dit is niet verplicht. Als u niets verandert, blijven de strengere bepalingen in huidige statuten grotendeels gewoon gelden. Als u twijfelt of dit voor u gunstig is, is het verstandig de statuten te laten controleren door een deskundige advocaat of notaris.

. . . terug naar boven


ZZP’er en ontslagvergunning

Bedrijven laten graag werk verrichten door ZZP'ers omdat ze met hen geen arbeidsovereenkomst aan hoeven gaan en zich dus niet het gehele arbeidsrecht op de hals halen. In de praktijk wordt doorgaans met een opzegtermijn van een maand aangegeven dat er geen gebruik meer zal worden gemaakt van de diensten van de ZZP'er en vrijwel altijd komt het bedrijf daar mee weg.

ZZP'ers zijn zich niet bewust van de rechten die zij onder sommige omstandigheden verwerven. Weliswaar vallen ZZP'ers doorgaans niet onder het arbeidsrecht omdat er geen sprake is van alle criteria van een arbeidsovereenkomst, maar wel kan het zijn dat op basis van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen (BBA) voor beëindiging van de werkrelatie een ontslagvergunning is vereist.

Het BBA beheerst dus niet uitsluitend de arbeidsovereenkomst, maar meer relaties waarbinnen wordt gewerkt. Artikel 1 van het BBA bepaalt (kort gezegd) dat wanneer een ZZP'er voor twee of minder opdrachtgevers werk verricht en zich door maximaal twee mensen in dat werk laat bijstaan en die werkzaamheden zijn voornaamste bron van inkomsten zijn, de opdrachtgever een ontslagvergunning van het UWV werkbedrijf moet hebben alvorens te mogen opzeggen.

Vaak heeft een ZZP'er meer opdrachtgevers en gaat dit allemaal niet op, maar het gebeurt regelmatig dat de ZZP'er aanvankelijk diverse opdrachtgevers heeft, de relatie met een opdrachtgever zo goed is dat meer en meer slechts voor die opdrachtgever wordt gewerkt en door die hechte samenwerking er misschien zelfs een exclusieve werkrelatie ontstaat. Wil de opdrachtgever die werkrelatie dan beëindigen, dan behoeft hij een vergunning. Is er geen vergunning, dan kan de ZZP'er aanspraak maken op doorbetaling van de werkrelatie omdat er geen rechtsgeldig einde is gekomen aan de arbeidsverhouding.

Of een ontslagvergunning nodig is, wordt beoordeeld naar het tijdstip van beëindiging. Begint een ZZP'er dus met een uiteenlopend aantal opdrachtgevers dan kan gaandeweg toch de situatie ontstaan waarbij voor beëindiging van de verhouding een ontslagvergunning is vereist.

ZZP'ers doen er goed aan bij een eventuele opzegging door hun opdrachtgever te bedenken of er wellicht reden is om een beroep te doen op artikel 1 BBA en doorbetaling te vorderen.

Opdrachtgevers doen er goed aan regelmatig een vinger aan de pols te houden hoe de opdrachtenportefeuille van hun ZZP'er eruit ziet.

. . . terug naar boven


Eerste Kamer akkoord met nieuwe regels voor aanbesteden

Ondernemers krijgen meer kans om overheidsopdrachten binnen te slepen. Bovendien wordt meedingen naar opdrachten in een aanbestedingsprocedure eenvoudiger en transparanter. De Eerste Kamer heeft eind oktober ingestemd met een wetsvoorstel dat dit moet regelen.

Met name kleinere ondernemers maken meer kans opdrachten binnen te halen. Zij hebben veel last van onduidelijke regels en onredelijke eisen bij aanbestedingen. Zo is bijvoorbeeld de ervaring van het bouwen van een viaduct bij de huidige regels niet voldoende om mee te mogen doen bij een aanbesteding voor het bouwen van een brug. De nieuwe aanbestedingsregels moeten zorgen voor een gelijk speelveld voor alle ondernemers, groot en klein. Opdrachten mogen niet meer dusdanig worden geclusterd zodat kleinere bedrijven geen kans meer maken. Zo mag een bedrijf met 120 vestigingen bijvoorbeeld niet de schoonmaak van alle gebouwen bundelen in één aanbesteding, zodat een klein schoonmaakbedrijf bij voorbaat al geen kans meer maakt.

Ook mogen er geen onredelijke contractvoorwaarden aan ondernemers worden gesteld. Hierdoor wordt voorkomen dat een kleine ondernemer alle risico's van een bouwproject moet dragen, terwijl deze ondernemer zich onmogelijk kan verzekeren tegen deze risico’s. Daarnaast worden de aanbestedingsregels waar mogelijk versimpeld.

. . . lees verder op Internet


Uitstel van promotie is geen slecht werkgeverschap

Wanneer een werkgever een in het vooruitzicht gestelde promotie uitstelt, hoeft dat geen uiting te zijn van slecht werkgeverschap. Zo oordeelde Gerechtshof Amsterdam onlangs.

Een man solliciteert naar de functie van projectdirecteur. De directie biedt hem een lager ingeschaalde managementfunctie aan, met de mogelijkheid om na een jaar door te groeien naar de gewenste functie. Hij accepteert dat aanbod, maar na dat jaar krijgt hij te horen dat er nog verbeterpunten zijn in zijn stijl van leidinggeven. Ook is er op dat moment geen plek voor een nieuwe projectdirecteur.

De man ziet dit als niet-nakoming van de afspraken. Hij neemt ontslag en eist bij de kantonrechter een financiële compensatie. Deze wijst een schadevergoeding toe.

In hoger beroep blijkt het Hof er heel anders over te denken. In het arbeidscontract staat niets vermeld over een doorgroei naar een hogere functie. In de correspondentie tussen de partijen wordt daarvan wel gewag gemaakt, maar nergens staat dat het jaar een fatale termijn is.

. . . lees verder op Internet


Inspectie SZW kondigt hardere aanpak overtredingen aan

Bedrijven en burgers die de regels op het gebied van arbeid en sociale wetgeving overtreden, worden met ingang van volgend jaar door de Inspectie SZW harder aangepakt.

Door de Wet Aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW krijgt de Inspectie meer mogelijkheden voor haar vernieuwde aanpak. Zo gaan de boetes per 1 januari flink omhoog en kunnen de bedrijven van hardnekkige overtreders eerder worden stilgelegd voor een periode van maximaal drie maanden.

Bij illegale arbeid gaan per 1 januari de boetes voor de werkgever omhoog van 8.000 naar 12.000 euro per werknemer. Zeven jaar geleden lag de boete voor dit vergrijp nog op 900 euro. Verder spoort de Inspectie georganiseerde uitkeringsfraude op en bekijkt ze of gemeenten niet te gemakkelijk bijstandsgerechtigden ontheffen van de plicht tot solliciteren. Daarnaast zal de inspectie ook meer inzetten op het afpakken van crimineel vermogen.

. . . lees verder op Internet


Mislukken re-integratie dankzij werkgever én werknemer: geen ontbindingsvergoeding

De kantonrechter stelt voorop dat beide partijen verplicht zijn te trachten tot een succesvolle re-integratie te komen. In het 1e spoor of in het 2e spoor. Voldoende aannemelijk is dat de werkgever met betrekking tot de re-integratie behoorlijke steken heeft laten vallen: ondanks herhaalde en uitdrukkelijke adviezen van de bedrijfsarts heeft zij niet (tevens) re-integratie in het 2e spoor onderzocht, en heeft zij geen arbeidsdeskundig advies ingewonnen noch heeft zij een (gecertificeerd) re-integratiebureau ingeschakeld. Ook heeft werkgever zich op diverse punten ook niet gehouden aan de voor re-integratie geldende termijnen (inschakeling bedrijfsarts, plan van aanpak, eerstejaarsevaluatie), zo stelt de kantonrechter vast.

Het mislukken van de re-integratie is aan werkgever te verwijten (waarvoor hij ook een loonsanctie opgelegd heeft gekregen), maar óók aan werkneemster nu zij na de loonsanctie een jaar lang stil is blijven zitten, zo volgt uit deze uitspraak.

. . . lees verder op Internet


Bestuurder aansprakelijk ondanks verbod om betalingsonmacht te melden

Hof Amsterdam oordeelt in hoger beroep dat een bestuurder van een BV het risico om als bestuurder aansprakelijk te worden gesteld had kunnen uitsluiten door hetzij het verbod van de Engelse moedermaatschappij te negeren, hetzij als bestuurder af te treden. Dat hij dit niet heeft gedaan, komt voor zijn eigen rekening en risico.

De bestuurder van een BV is verantwoordelijk voor de marketing en sales. Een Engels bedrijf is de moedermaatschappij van de BV. In geschil is of de bestuurder door de ontvanger terecht aansprakelijk is gesteld voor de belastingschulden van de BV. Er is volgens de bestuurder bewust niet tijdig betalingsonmacht gemeld, omdat dit niet mocht van de moedermaatschappij. Rechtbank Haarlem vermindert de aansprakelijkstelling en oordeelt dat de bestuurder niet aansprakelijk is voor de boetes en de kosten.

. . . lees verder op Internet


Afmelden

Indien u deze nieuwsbrief niet meer wenst te ontvangen kunt u zich hiervoor afmelden door dit kenbaar te maken middels het sturen van een mail aan ons kantoor. Klik hiervoor op een van de knoppen bovenaan deze nieuwsbrief.

Disclaimer

Hoewel bij het samenstellen van de inhoud van deze digitale nieuwsbrief de uiterste zorg is nagestreefd, sluiten de samenstellers van deze digitale nieuwsbrief iedere aansprakelijkheid uit voor onjuistheden, onvolledigheden en eventuele gevolgen van het handelen op grond van informatie die in of via deze digitale nieuwsbrief beschikbaar is.