Klarenbeek's incasso en adviesbureau
Terug naar archief

Als u zelfs de kleine lettertjes niet meer kunt lezen

Lees artikel



Grondexploitatiewet is aanstaande!

Lees artikel


Als u zelfs de kleine lettertjes niet meer kunt lezen

Over het nut van algemene voorwaarden zijn de meeste ondernemers het wel eens. Volstrekt nutteloos! Want als alles goed gaat met de klant, en dat is gelukkig 99 van de 100 keer het geval, dan heb je er niets aan. Maar in dat ene geval is het toch handig om die voorwaarden te hebben. Het kan een heleboel geld schelen als er een beperking van de aansprakelijkheid in staat of een termijn waarbinnen geprotesteerd moet worden. Bij internationale overeenkomsten komt daar nog bij welke rechter en welk recht eigenlijk van toepassing zijn. Kortom, juist in dat ene uitzonderlijke geval dat het fout gaat, bewijzen de algemene voorwaarden hun waarde.

Maar om de algemene voorwaarden van toepassing te laten zijn op een afspraak of overeenkomst moet de andere partij ze wel kennen. De wet stelt als hoofdregel dat u vóór of tijdens het sluiten van de overeenkomst de inhoud van de algemene voorwaarden heeft verstrekt aan de wederpartij en dat deze met de algemene voorwaarden instemt. Deze instemming kan uitdrukkelijk maar ook stilzwijgend gebeuren. U kunt op verschillende manieren aan de informatieplicht voldoen, bijvoorbeeld door de algemene voorwaarden te overhandigen aan de wederpartij, de algemene voorwaarden vooraf toe te zenden, of de algemene voorwaarden op de achterzijde van het contract of de offerte af te drukken. Op de voorzijde moet dan wel nadrukkelijk verwezen worden naar de algemene voorwaarden op de achterzijde.

Maar pas op! Als u bij een eerste contract uw algemene voorwaarden uitsluitend op de factuur vermeldt, is dat te laat. Uw algemene voorwaarden moeten immers vóór of tijdens het sluiten van de overeenkomst bij de wederpartij bekend zijn. Vermelding op de factuur is daarom te laat. Als u alleen op uw briefpapier vermeldt dat uw algemene voorwaarden zijn gedeponeerd, heeft dat geen effect. De inhoud van de algemene voorwaarden moet immers aan de wederpartij worden verstrekt. Als uw voorwaarden achter op uw briefpapier staan, denk hier dan ook aan als u het document faxt.

Zolang u zich maar aan deze regels houdt kan er weinig fout gaan en zijn de kleine regeltjes van toepassing, zou u denken. Mis zo blijkt uit een uitspraak van de rechtbank Zutphen van
9 oktober 2007. De ondernemer had de regels in zijn oren geknoopt en op de brieven zijn algemene voorwaarden gedrukt. Helaas waren het er kennelijk dermate veel, dat om het te laten passen op het briefpapier, de lettertjes wel héél klein werden.

De wederpartij beriep zich voor de rechter op de onleesbaarheid van de kleine lettertjes en meende dat de algemene voorwaarden daarom niet van toepassing waren.
De rechter keek er eens goed naar en oordeelde:
“De kantonrechter constateert dat de door eiseres overgelegde algemene voorwaarden inderdaad (in elk geval zonder vergrootglas) voor een gemiddeld mens volstrekt onleesbaar zijn. Daarmee heeft eiseres niet aan haar plicht tot terhandstelling voldaan, zodat gedaagde terecht de vernietiging van de algemene voorwaarden heeft ingeroepen.”
Ofwel, algemene voorwaarden mogen in de volksmond dan wel de kleine lettertjes genoemd worden, ze moeten wel leesbaar blijven. Anders zijn ze niet van toepassing.

 



Grondexploitatiewet is aanstaande!

Naar algemeen wordt verwacht treedt op 1 juli 2008, gelijktijdig met de nieuwe Wet ruimtelijke ordening, de Grondexploitatiewet in werking, die onlangs door het parlement is aangenomen. De wet vormt het voorlopig laatste hoofdstuk van een discussie die heel lang heeft gewoed: in 1977 is bijvoorbeeld het eerste kabinet Den Uyl nog gevallen op dit onderwerp.

Kort en goed gaat het om de vraag of een gemeente van een particulier – bijvoorbeeld een projectontwikkelaar - die gronden in ontwikkeling brengt, slechts een vergoeding mag vragen voor de kosten waarvoor de gemeente door die ontwikkeling wordt gesteld, dan wel dat de gemeente verder mag gaan en zelfs in de winst van die ontwikkeling mag delen: baatafroming of – in de tijd van Den Uyl - vermogensaanwasdeling.

De wetgever heeft gekozen voor iets dat op een middenweg lijkt. Centraal in de wet staat de nieuwe figuur van het exploitatieplan, dat voortaan aan bestemmingsplannen (of projectbesluiten) kan worden gekoppeld. In zo’n plan kan de gemeente kosten die zij moet maken met het oog op de in dat bestemmingsplan voorziene ontwikkeling zichtbaar maken. De kosten die zij daarin mag betrekken, zijn opgesomd in een kostensoortenlijst. Te denken valt aan kosten van riolering en wegaanleg in het gebied, maar ook aan andere, in een verder verband staande kosten, die ten behoeve van het gebied worden gemaakt. Op basis van dat exploitatieplan kan de gemeente die kosten omslaan over de particuliere grondeigenaren die daarbij gebaat zijn. Indien aan zo’n eigenaar een bouwvergunning wordt verleend, kan de gemeente daar namelijk een financiële voorwaarde aan verbinden, inhoudende dat de vergunninghouder naar rato bijdraagt in die kosten.

Zo’n exploitatieplan is verplicht, tenzij de gemeente vóór de totstandbrenging van het nieuwe bestemmingsplan met de grondeigenaren in het gebied tot overeenstemming is gekomen over een exploitatieovereenkomst, waarin afspraken zijn vastgelegd over de bijdrage in de kosten. Gemeente en particulier mogen in zo’n exploitatieovereenkomst afspraken maken die verder gaan dan alleen een kostenomslag. Hoewel de wet geen duidelijke begrenzing geeft van de vrijheid voor partijen om zo’n overeenkomst in te richten, blijkt uit de toelichting bij de wet wel dat de wetgever van oordeel is dat de gemeente niet aan baatafroming zou mogen doen. De particuliere grondeigenaar wordt echter slechts via een omweg tegen een al te gretige gemeente beschermd: hij kan er voor kiezen geen overeenkomst te sluiten en afwachten tot de gemeente het bestemmingsplan met exploitatieplan vaststelt, waarin de gemeente zich dan weer tot een kostenomslag moet beperken.

Een ander nieuw element dat de Grondexploitatiewet introduceert, is de mogelijkheid voor de gemeente om zogenaamde locatie-eisen te stellen. Daarmee verkrijgen gemeenten verdergaande publiekrechtelijke bevoegdheden dan nu het geval is om een gebiedsontwikkeling te beïnvloeden, bijvoorbeeld door het eisen van een bepaalde woningdifferentiatie (de verhouding vrije sector / sociale sector woningen) of het eisen dat bepaalde hoeveelheden kavels beschikbaar komen voor particulier opdrachtgeverschap (de uitgifte van vrije kavels).

De nieuwe wet roept tal van juridische vragen op, zowel voor grondeigenaren en projectontwikkelaars als voor gemeenten. Zo zal het mogelijk zijn om tegen een exploitatieplan beroep bij de rechter in te stellen. De vraag is hoe de uitkomst daarvan invloed heeft op de uitkomst van de bestemmingsplanprocedure en vice versa. Ook voorziet de wet in een verplichting voor gemeenten om deze plannen van tijd tot tijd te actualiseren en een plicht tot restitutie van eventuele bijdragen in kosten die achteraf niet zijn gemaakt of zijn meegevallen. De vraag is hoe andere ontwikkelingen, die bijvoorbeeld tot tegenvallende exploitatiekosten leiden, hun invloed zullen hebben. En in het verlengde daarvan is de vraag of een gemeente er nu eigenlijk wel goed aan doet om een exploitatieovereenkomst te sluiten – zoals de wetgever veronderstelt - en zo ja, waar zij dan op moet letten. Een positief punt van de nieuwe wet voor gemeenten is in elk geval dat de wet via de kostensoortenlijst meer duidelijkheid biedt dan voorheen over de vraag wat gemeenten ten minste mogen verlangen van grondeigenaren.

... terug naar boven


Kabinet neemt maatregelen om verplichte ziekmelding te verbeteren

Het kabinet neemt maatregelen om het ziekmelden van werknemers te verbeteren en administratieve lasten te verminderen. Werkgevers hoeven hun zieke werknemer straks pas in de 42ste week ziek te melden bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV); nu moet dat al in de 13de week. Dit leidt ertoe dat werkgevers minder vaak een werknemer ziek hoeven te melden. Ook heeft het UWV hierdoor minder uitvoeringskosten en sluiten het tijdstip van ziekmelden en voorlichting door het UWV over re-integratie beter op elkaar aan. Verder vervalt de verplichte hersteldmelding.
Het UWV stuurt de werkgever en werknemer nu in de 42ste week een brief als de werknemer niet beter is gemeld. Deze zogenoemde 'alerteringsbrief' wijst partijen op de verplichte evaluatie van de re-integratie-inspanningen in het eerste ziektejaar en de mogelijkheden voor re-integratie. In de nieuwe situatie stuurt het UWV deze brief in de 44ste week naar de werkgever en werknemer. Hierdoor wordt het proces van ziekmelden verbeterd omdat het tijdstip van de verplichte ziekmelding en de alerteringsbrief van het UWV beter op elkaar aansluiten. In de huidige praktijk komt het vaak voor dat werkgevers hun werknemers wel ziek melden, maar vervolgens niet meer beter melden. Hierdoor verstuurt het UWV vaak onnodig alerteringsbrieven aan werknemers die alweer beter zijn.





Stijging minimumloon per 1 januari 2008

Iedere werkgever moet het personeel tussen de 23 en 65 jaar oud ten minste het minimumloon en de vakantiebijslag betalen. De nieuwe bedragen per 1 januari 2008 zijn vastgesteld. Dit geldt ook voor het minimumjeugdloon. De bedragen van het minimumloon worden ieder half jaar (in januari en juli) aangepast aan de gemiddelde ontwikkeling van de cao-lonen in Nederland.





Vragen over vakantiedagen

Over het onderwerp vakantiedagen worden regelmatig vragen gesteld door werknemers en werkgevers:

  • Op hoeveel vakantiedagen bestaat recht?

  • Worden vakantiedagen opgebouwd bij zwangerschap en ziekte?

  • Wanneer bestaat recht op vakantiebijslag en vakantiegeld en hoeveel is dat?

  • Wanneer kunnen vakantiedagen worden opgenomen?

  • Mogen vakantiedagen worden afgekocht?

  • Mag een werkgever vragen om ziektedagen in te ruilen tegen vakantiedagen?

  • Mogen vakantiedagen worden geruild tegen andere arbeidsvoorwaarden?

  • Wat gebeurt er met vakantiedagen als de werknemer van baan verandert?





Geldboetes buitenland op deurmat

Nederlanders die in één van de Europese lidstaten een geldboete hebben gekregen, kunnen in de toekomst een acceptgiro van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) verwachten. Het moet dan gaan om een onherroepelijke beslissing. Dit staat in een wet van minister Hirsch Ballin van Justitie die op 1 december 2007 in werking is getreden. Nederland kan een strafrechtelijke geldboete overdragen aan een andere lidstaat zodat die daar kan worden geïnd. De veroordeelde moet in dat land wel een vaste woon- of verblijfplaats hebben of inkomsten of vermogen waarop de geldboete kan worden verhaald. Andersom kunnen lidstaten ook aan Nederland overdragen. Behalve voor geldboetes opgelegd door de strafrechter, geldt de nieuwe regeling ook voor verkeersboetes - bijvoorbeeld voor te hard rijden - en voor de door de strafrechter opgelegde verplichting om het slachtoffer schadevergoeding te betalen. De EU-lidstaten vragen elkaar geen vergoeding voor de inningskosten, het incasserende land mag het geld houden. Lidstaten kunnen hiervan afwijken door af te spreken dat het geld - geheel of gedeeltelijk - toch naar de lidstaat gaat die de sanctie heeft opgelegd. Bijvoorbeeld wanneer het geld bedoeld is als schadevergoeding aan het slachtoffer.





Referentielijst voor overtreders gedragsregels preventie seksueel misbruik

Er komt een landelijke referentielijst van vrijwilligers die de gedragsregels ter voorkoming van seksueel misbruik overtreden. Organisaties kunnen deze lijst raadplegen bij het aanstellen van nieuwe vrijwilligers ter voorkoming van seksueel misbruik van kinderen binnen vrijwilligersorganisaties.
Middels een aantal maatregelen moet worden voorkomen dat kinderen binnen vrijwilligersorganisaties slachtoffer worden van seksueel misbruik of ongewenst gedrag. Het blijkt namelijk dat vrijwilligersorganisaties verschillend beleid hanteren om seksueel misbruik of ongewenst gedrag te voorkomen. Zo worden personen die de gedragsregels hebben overtreden en om die reden uit een vereniging zijn gezet, op een landelijke referentielijst gezet om te voorkomen dat zij zonder meer bij een andere organisatie aan de slag gaan. De lijst zal dus ook personen vermelden die weliswaar geen strafbare feiten hebben gepleegd, maar zich niet aan de gedragsregels hebben gehouden. Organisaties die de gedragsregels hebben ingevoerd kunnen deze lijst bij sollicitaties raadplegen. Om gebruik te kunnen maken van deze referentielijst, dient de organisatie een contract te ondertekenen waarin zij zich verplicht tot het implementeren van de gedragsregels en het protocol. Het plan voor de referentielijst wordt uitgewerkt en voorgelegd aan het College Bescherming Persoonsgegevens.





Sneller vergunning bij te late beslissing

Bedrijven en burgers moeten vaker automatisch een vergunning krijgen als de overheid niet binnen de gestelde termijn een beslissing neemt over een vergunningaanvraag (lex silencio positivo). Het kabinet gaat onderzoeken bij welke vergunningen dit principe kan worden toegepast. Dat blijkt uit het ‘Kabinetsstandpunt lex silencio’ waarmee de ministerraad heeft ingestemd.
Het kabinet onderkent dat vergunningverlening op basis van lex silencio risico’s voor het publieke belang met zich mee kan brengen, zoals de Raad van State het kabinet heeft gemeld. Maar het kabinet vindt ook dat tijdige dienstverlening van groot belang is. Staatssecretaris Heemskerk en minister Hirsch Ballin willen in de zomer van 2008 een lijst met vergunningen presenteren waar lex silencio kan worden ingevoerd. Het kabinet ziet een ruimere toepassing van lex silencio als een middel om de regeldruk te verminderen en de dienstverlening aan ondernemers en burgers te verbeteren. Lex silencio bestaat op dit moment al bij het aanvragen van bouwvergunningen, de monumentenvergunning en een aantal vergunningen in het kader van de mededingingswet en mijnbouwwet. In Europa is bepaald dat in principe voor vergunningen die onder de Dienstenrichtlijn vallen lex silencio moet worden ingevoerd.







Disclaimer

Hoewel bij het samenstellen van de inhoud van deze digitale nieuwsbrief de uiterste zorg is nagestreefd, sluiten de samenstellers van deze digitale nieuwsbrief iedere aansprakelijkheid uit voor onjuistheden, onvolledigheden en eventuele gevolgen van het handelen op grond van informatie die op via deze digitale nieuwsbrief beschikbaar is.

 

© 2012 Klarenbeek's Incasso & Adviesbureau