Drugsgebruik in de privé-sfeer: ontslag op staande voet Het Hyatt-hotel kent een strikt antidrugsprogramma om de reputatie van haar hotels hoog te houden. Werknemers dienen een protocol te ondertekenen waarin zij verklaren desgevraagd medewerking te verlenen aan een drugstest. Voorts behoudt het hotel het recht voor om medewerkers die positief worden bevonden te ontslaan, tenzij wordt ingestemd met een afkickprogramma in een kliniek. Een medewerkster wordt bij zo’n test positief bevonden op het gebruik van cocaïne. De cocaïne is in het weekend gebruikt, dus buiten de werktijden. De werkneemster weigert in te stemmen met een behandeling in een kliniek, omdat zij van oordeel is dat de test een ongerechtvaardigde inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer is, nu het gebruik buiten het werk heeft plaatsgevonden. Het hotel gaat over tot ontslag op staande voet. De Hoge Raad laat het ontslag op staande voet in stand. Dit arrest is van belang omdat onder omstandigheden een ongezonde levensstijl van een werknemer kan leiden tot ontslag. De Hoge Raad stelt vast dat het antidrugsbeleid van het hotel in zoverre een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer inhoudt dat dit impliceert dat het gebruik van drugs in de privé-sfeer kan leiden tot ontslag. En dat betekent dat dit beleid aan een aantal maatstaven wordt getoetst. Allereerst moet het beleid een legitiem doel dienen. Ten tweede moet worden vastgesteld of de drugstest een geschikt middel is om dat doel te bereiken: het noodzakelijkheidscriterium. Ten derde moet de inbreuk die de test op de persoonlijke levenssfeer van de werknemer maakt in verhouding staan tot het belang van de werkgever bij het bereiken van het beoogde doel. Dit is het proportionaliteitsbeginsel.Ten vierde moet worden onderzocht of de werkgever hetzelfde doel op een minder ingrijpende manier had kunnen bereiken. Dit is het subsidiariteitsbeginsel. De Hoge Raad stelde vast dat het tegengaan van drugsgebruik in het hotel, het hoog houden van de reputatie van het hotel onder de gasten én het voorkomen van ziekteverzuim en schades als gevolg van het gebruik van drugs legitieme doelen waren om tot de test te komen. De test werd daartoe als een noodzakelijk middel aangemerkt dat geen onnodige inbreuk maakte op de persoonlijke levenssfeer van de werknemer, omdat het primaire doel was het vaststellen of de werknemer onder invloed van drugs op het werk aanwezig was. Van algemene bekendheid wordt verondersteld dat drugs tot ongeveer 72 uur na inname hun invloed kunnen doen gelden in het menselijk lichaam. Dit betekent dat het gebruik van drugs in het weekend wel degelijk invloed kan hebben op het functioneren op het werk. Het standpunt van de werknemer dat het hotel concreet moest aangeven dát en op welke wijze het cocaïnegebruik van haar de arbeidsprestatie negatief had beïnvloed, werd gepasseerd. De enkele kans dat er negatieve gevolgen waren, werd al voldoende geacht. De Hoge Raad rekende de werknemer in dit geval met name aan dat deze na positief bevonden te zijn, weigerde medewerking te verlenen aan een rehabilitatieprogramma in een kliniek. Het ontslag op staande voet was het uiteindelijke middel nadat de werknemer positief was bevonden én de medewerking weigerde om zich te onderwerpen aan het rehabilitatieprogramma. Dit arrest lijkt een opkomende trend te bevestigen waarin een ongezonde levensstijl van een werknemer in de privé-sfeer invloed heeft op de arbeidsrechtelijke relatie. Dat lijkt niet ongerechtvaardigd nu wetgeving in de afgelopen jaren een steeds grotere verantwoordelijkheid bij werkgevers heeft neergelegd ten aanzien van arbeidsomstandigheden, preventiemaatregelen op het werk, doorbetaling bij ziekte gedurende 104 weken, reïntegratieverplichtingen, etc. Langzamerhand begint meer en meer het besef door te klinken dat van werknemers dan ook het nodige mag worden verwacht. Een voorbeeld hiervan is ook te vinden in het recente arrest van het Gerechtshof Arnhem waarbij een werknemer bij een herhaalde sportblessure, naar het oordeel van de rechter terecht, niet meer het volledige loon kreeg doorbetaald, omdat hij met de risicovolle sport was doorgegaan, ondanks herhaalde (ernstige) blessures en ondanks waarschuwingen van de werkgever dat hij er beter mee kom ophouden. Kortom, deze trend wordt ongetwijfeld vervolgd.
. . . terug naar boven
|