Hoe om te gaan met een buitenlandse dagvaarding? Een ieder die zaken doet, zal er ooit mee geconfronteerd worden; er wordt niet betaald. De schuldeiser zal zich in een dergelijk geval in de regel via een dagvaarding tot de rechter wenden met een vordering tot betaling. Maar wat als er een dagvaarding komt om te verschijnen voor een buitenlandse rechter? Negeren, want ver-van-mijn-bedshow? Aantrekkelijk, maar gevaarlijk! Met ingang van 21 oktober 2005 is de Verordening inzake de invoering van een Europese Executoriale Titel (“EET-Vo”) in Nederland van toepassing. De verordening biedt schuldeisers de mogelijkheid rechterlijke beslissingen in de Europese Unie eenvoudiger ten uitvoer te leggen. De verordening voert een Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen in. Tot dat moment moest in het land waar de beslissing ten uitvoer moest worden gelegd, een aparte ‘erkenningsprocedure’ worden gevoerd (een zogenaamde exequatur). Door de verschillen in procesrechtelijke stelsels van de lidstaten bracht de tenuitvoerlegging van een rechterlijke beslissing onder de oude regeling vaak hoge kosten met zich mee. Een ander probleem was dat schuldeisers wel een rechterlijke beslissing konden hebben waarin de schuldenaar was veroordeeld, maar dat deze beslissing in een andere EU-lidstaat niet snel en niet effectief geëxecuteerd kon worden. De verordening geldt alleen in burgerlijke- en handelszaken. Zij heeft met name geen betrekking op fiscale zaken, douanezaken of administratiefrechtelijke zaken. De verordening is op Denemarken na in alle EU-lidstaten van toepassing. Een verdere beperking is dat het alleen van toepassing is op beslissingen die betrekking hebben op niet-betwiste schuldvorderingen. Omdat het begrip ‘niet-betwiste geldvorderingen’ binnen Europa niet uniform is, is dit in de vordering vastgelegd. Niet-betwist betekent volgens de verordening dat de schuldenaar zich in de loop van een gerechtelijke procedure niet heeft verweerd, niet is verschenen of in de loop van een gerechtelijke procedure uitdrukkelijk heeft toegegeven dat de schuld bestaat en gerechtvaardigd is. Een beslissing inzake een niet-betwiste schuldvordering wordt door de lidstaat van de oorspronkelijke rechterlijke uitspraak onder bepaalde duidelijk omschreven voorwaarden als Europese executoriale titel gewaarmerkt. Dit gebeurt door de afgifte van een standaardformulier. Het is mogelijk dat deze waarmerking slechts op een deel van de beslissing betrekking heeft; in dat geval wordt van een ‘gedeeltelijke Europese executoriale titel’ gesproken. Een groot winstpunt is dat volgens de nieuwe verordening de rechter in de lidstaat die de oorspronkelijke beslissing neemt degene is die kijkt of aan de vereisten van de verordening is voldaan. Een rechter in de lidstaat waar de schuldeiser de beslissing ten uitvoer wil leggen, komt er dus niet meer aan te pas. Dat scheelt een hoop tijd en kosten. Anderzijds houdt dit dus in dat het negeren van de oproeping te verschijnen voor bijvoorbeeld een Duitse rechter tot gevolg heeft dat de Duitse wederpartij bij gebrek aan een weerwoord door de Duitse rechter in het gelijk wordt gesteld en zijn beslissing, zonder tussenkomst van de Nederlandse rechter, hier ten uitvoer kan worden gelegd. Het is dus beter wel en tijdig te reageren op die oproeping. Ondanks de betrekkelijk strenge eisen lijkt de verordening een welkome aanvulling voor schuldeisers die ook de vorderingen op hun EU-debiteuren volledig willen innen.
. . . terug naar boven
|