Klarenbeek's incasso en adviesbureau
Terug naar archief

Mijn contractspartij is failliet. En nu?

Lees artikel



Openbare vennootschap vervangt vennootschap onder firma en maatschap

Lees artikel


Mijn contractspartij is failliet. En nu?

Diegene die zijn schulden niet kan betalen, gaat uiteindelijk failliet. Dat is vervelend voor zijn schuldeisers die nog geld te vorderen hebben. Maar wat als er lopende verplichtingen zijn die door de failliet of u nog moeten worden nagekomen? Een van de uitgangspunten van het faillissement is dat dit faillissement in beginsel geen invloed heeft op de overeenkomsten die deze partij is aangegaan met anderen. U bent in principe gehouden uw verplichtingen tegenover de failliet na te komen, maar krijgt u uw geld of tegenprestatie nog?

De Faillissementswet voorziet niet echt heel duidelijk in deze situatie. De wet geeft wel een mogelijkheid dat de wederpartij van de failliet aan de curator een termijn stelt, waarbinnen de curator zich bereid moet verklaren de overeenkomst alsnog na te komen. Doet de curator dat niet, dan verliest de curator het recht om de nakoming daarvan te vorderen. De overeenkomst blijft echter wel bestaan. Schuldeisers kunnen evenwel van de curator niet eisen dat hij de overeenkomst nakomt. Hen rest niet anders dan hun vordering bij de curator in te dienen. Dit wordt wel genoemd het 'recht van de curator om te wanpresteren’.

Eind 2006 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen over dit 'recht' van de curator. Uit het arrest blijkt dat het recht om te wanpresteren veel verder gaat dan velen gedacht hebben. Tot vóór de uitspraak van eind 2006 werd veelal aangenomen dat het recht om te wanpresteren van de curator uitsluitend ziet op situaties wanneer van hem een actieve prestatie wordt verwacht, zoals het afleveren of produceren van producten. Algemeen werd aangenomen dat het recht van wanpresteren niet toepasbaar is in situaties wanneer van de curator een passieve prestatie zoals het toestaan of dulden van een situatie wordt verwacht. Denk bijvoorbeeld aan het faillissement van een verhuurder. Moet de curator nu de huurders dulden of mag hij de huurders ontruimen omdat hij op die manier een hogere opbrengst kan realiseren door het pand vrij van huur te kunnen verkopen?

In de hiervoor genoemde zaak vorderde de curator ontruiming van gehuurde woningen. Het Gerechthof oordeelde dat de curator dit niet kon doen omdat lopende overeenkomsten blijven bestaan. De curator heeft slechts het recht te wanpresteren wanneer van hem een actieve prestatie wordt verwacht. Hij hoeft niet te doen waartoe de failliet verplicht is, maar moet wel dulden wat de failliet moest dulden. De Hoge Raad komt tot een ander oordeel en overweegt dat de curator ook in geval van een passieve actie, een dulden, het recht heeft te wanpresteren. Vanzelfsprekend vindt ook de curator (uiteindelijk) zijn beperkingen aan het recht van de curator om te wanpresteren in de wet en bijvoorbeeld in de onrechtmatige daad. Voor faillissementssituaties geldt dat voorkomen beter is omdat genezen vaak niet mogelijk meer is.

Op basis van dit arrest moet er rekening mee worden gehouden dat de curator zich weinig van contractuele verplichtingen van de failliet hoeft en zal aantrekken. Het is goed daarvan bewust te zijn alvorens met financieel wankele partijen overeenkomsten aan te gaan.

 


. . . terug naar boven



Openbare vennootschap vervangt vennootschap onder firma en maatschap

Al vele jaren wordt er gesproken over een nieuwe wettelijke regeling voor de vennootschap onder firma, de maatschap en de commanditaire vennootschap. Al in de jaren ’70 was er een wetsvoorstel, maar haast met herziening van dit deel van het ondernemingsrecht werd er niet gemaakt. Nadat een nieuw wetsvoorstel, ook al weer enige jaren geleden, het licht zag, lijkt het er nu toch echt op dat de vennootschap onder firma en de maatschap straks verleden tijd zijn.

De bedoeling is dat op 1 januari 2008 de dertiende titel van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek in werking treedt. De huidige vennootschap onder firma en de (openbare) maatschap zullen vanaf dan heten: openbare vennootschap. Het onderscheid tussen de vennootschap onder firma (voor bedrijfsuitoefening) en de maatschap (voor beroepsbeoefenaars) komt te vervallen. De commanditaire vennootschap blijft bestaan. Voor alle vennootschappen geldt dat er een aantal veranderingen zal optreden. Niet zeer ingrijpend, maar wel waard om in ogenschouw te worden genomen.

Belangrijk verschil is uiteraard dat de beperkte aansprakelijkheid van beroepsbeoefenaars die werkzaam zijn in de maatschap (aansprakelijk naar gelijke delen) wordt vervangen door een hoofdelijke aansprakelijkheid zoals die thans al gebruikelijk is bij de vennootschap onder firma. Een ander in het oog springende verandering is dat de personenvennootschap rechtspersoon kan worden, dat wil zeggen zelfstandige drager van rechten en plichten kan zijn. Anders dan bij de ‘gewone’ openbare vennootschap is al hetgeen aan die openbare vennootschap toebehoort niet een gemeenschap van de gezamenlijke vennoten, maar geldt dat het vermogen toebehoort aan de rechtspersoon. De vennoten van een openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid hebben een aandeel in het vermogen van de rechtspersoon en kunnen – en daar ligt een groot voordeel – op eenvoudige wijze hun aandeel overdragen. Verder geldt als voordeel dat een openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid op een soepeler wijze kan overstappen naar de gedaante van een besloten vennootschap dan in het huidige recht geldt voor de overstap van een vennootschap onder firma/maatschap naar de BV. Maar let op: de vennoten in een openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid zijn onverminderd hoofdelijk aansprakelijk voor alle verplichtingen van de vennootschap. In zoverre is er dus een duidelijk verschil met de aandeelhouders/bestuurders van een BV, die immers in beginsel niet persoonlijk aansprakelijk zijn voor de schulden van de BV.

Móet er iets gebeuren in een bestaande vennootschap onder firma of (openbare) maatschap als het nieuwe recht van kracht wordt? Het is niet zo dat de inwerkingtreding van het nieuwe recht bestaande personenvennootschappen in hun bestaan zal aantasten. Dat zeker niet. Wel lijkt het zinvol in de komende maanden te bezien of een bestaand VOF- of maatschapscontract herziening behoeft met inachtneming van de nieuwe wettelijke regels.


... terug naar boven


Leerkracht die geen handen schudt mocht ontslagen worden

Een docente van een Utrechtse school die vanwege haar godsdienstige overtuiging geen handen meer wilde geven aan mannen, mocht door haar werkgever geschorst en ontslagen worden. Dat heeft de rechtbank Utrecht recent bepaald. De specifieke omstandigheden van dit geval hebben ertoe geleid dat er een vertrouwensbreuk tussen de docente en haar werkgever was ontstaan, waardoor het dienstverband niet kon worden voortgezet.

De leerkracht maakte aan het begin van het schooljaar 2006-2007 in een e-mail bekend dat zij vanwege haar geloofsovertuiging geen handen meer wilde geven aan mannen. Omdat zowel de leerlingenpopulatie als het team van medewerkers van de Utrechtse school een zeer diverse samenstelling heeft acht de rechtbank het voldoende aannemelijk dat het besluit van de vrouw en de wijze waarop zij dit kenbaar heeft gemaakt, tot emotionele discussies en onrust op de school heeft geleid. Ook de grote media-aandacht voor de kwestie beïnvloedde de verhoudingen op de school negatief.

De school mocht de docente daarom schorsen en later ontslaan, temeer omdat zij haar besluit om geen handen meer te schudden zonder vooroverleg met de schoolleiding via een
e-mail aan de medewerkers van de school had verstuurd, waardoor zij op voorhand pogingen om tot een gezamenlijke oplossing of aanpak te komen, heeft gefrustreerd. Daardoor is sprake van ernstig verstoorde verhoudingen.





Stevige aanpak rijden met telefoon in de hand

De politie heeft aangekondigd vanaf 1 september met behulp van onopvallende motoren de controles op het rijden met een mobiele telefoon in de hand op te voeren. Het Bureau Verkeershandhaving Openbaar Ministerie (BVOM) heeft de politieregio’s en het KLPD hiervoor deze motoren en extra middelen verstrekt.

Sinds maart 2002 is het bestuurders van motorvoertuigen verboden tijdens het rijden een mobiele telefoon vast te houden. Jaarlijks worden bijna 120.000 bekeuringen uitgeschreven wegens overtreding van het verbod. Desondanks wordt het verbod nog onvoldoende nageleefd. Daarom hebben het BVOM en de Raad van Hoofdcommissarissen tot deze aanpak besloten.

De wetgever heeft het rijdend bellen met de telefoon in de hand verboden, omdat het telefoneren de vaardigheid van de bestuurder beperkt en de aandacht van de bestuurder afleidt. Naar schatting gebeuren er per jaar zeshonderd ongevallen met letsel als gevolg van rijdend bellen.





Sancties voor personeel dat niet meewerkt aan reïntegratie

Ondernemers kunnen zieke werknemers die zich niet houden aan de controlevoorschriften sancties opleggen. Dit moet ervoor zorgen dat de reïntegratie van ziek personeel wordt gestimuleerd. Dat blijkt uit een uitspraak van het gerechtshof in Den Bosch. Maatregelen zijn het opschorten van loon bij bijvoorbeeld verzuim om naar de bedrijfsarts te gaan of zelfs het stopzetten ervan als een medewerker niet meewerkt aan de reïntegratie. Ondernemers mogen ontslag alleen inzetten als laatste middel. Daarvoor moeten zij meerdere waarschuwingen hebben gegeven.





EU versoepelt toelating van kennismigrant

De Europese Commissie werkt aan vergaande versoepeling van het toelatingsbeleid voor hoogopgeleide migranten. Zij moeten straks makkelijker kunnen jobhoppen in de Europese Unie. Dat blijkt uit ontwerpvoorstellen die eurocommissaris van justitie Franco Frattini dit najaar ontvouwt voor de Europese ’blauwe kaart’ - gemodelleerd naar de Amerikaanse ’green card’. De kleur blauw komt van de Europese vlag. Deze werkvergunning moet het aantrekken van buitenlands toptalent voor Europese bedrijven en instellingen vergemakkelijken. De regeling moet ervoor zorgen dat de Unie beter de concurrentie aankan in de mondiale strijd om talent. Volgens uitgelekte details van Frattini’s plannen krijgen hoogopgeleide werknemers van buiten de Unie met de blauwe kaart het recht zonder problemen te verhuizen naar een andere lidstaat, als ze twee jaar op hun eerste Europese werkplek actief zijn geweest. Vervolgens kunnen ze na een jaar de nieuwe werkstek weer inruilen voor een baan elders in de EU. De kaart houdt, als het aan Frattini ligt, geen permanente status in. Waarnemers gaan uit van een geldigheid van zeker vijf jaar. Het tijdelijke karakter dient om critici van immigratie de wind uit de zeilen te nemen.





Kabinet komt met uitkeringsregeling voor zwangere zelfstandigen

Het kabinet komt met een publieke uitkeringsregeling voor zwangerschaps- en bevallingsverlof voor zelfstandigen. Vrouwelijke zelfstandigen krijgen 16 weken recht op een uitkering. De hoogte van de uitkering hangt af van de inkomsten van de zelfstandige in het voorafgaande jaar en bedraagt maximaal het wettelijk minimumloon (1317 euro bruto per maand). De regeling wordt uit algemene middelen betaald. Vrouwelijke zelfstandigen hoeven dus geen aparte premie te betalen.

Vroeger waren vrouwelijke zelfstandigen via de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) publiek verzekerd van een uitkering bij zwangerschap. De WAZ is per
1 augustus 2004 afgeschaft. De nieuwe regeling wordt opgenomen in de Wet arbeid en zorg. Dit betekent dat een wetwijziging nodig is. Naar verwachting gaat de regeling in de tweede helft van 2008 in.








Disclaimer

Hoewel bij het samenstellen van de inhoud van deze digitale nieuwsbrief de uiterste zorg is nagestreefd, sluiten de samenstellers van deze digitale nieuwsbrief iedere aansprakelijkheid uit voor onjuistheden, onvolledigheden en eventuele gevolgen van het handelen op grond van informatie die op via deze digitale nieuwsbrief beschikbaar is.

 

© 2012 Klarenbeek's Incasso & Adviesbureau